Statuten Vrienden van Duinoord

Hieronder treft u de actuele tekst van de statuten. Deze tekst is notarieel vastgelegd op 12 juni 2017 bij notaris mr. M.K.A. van de Velde-Offringa in Den Haag.

Artikel 1 – Naam, zetel en duur

  1. De stichting draagt de naam: Stichting Vrienden van Duinoord.
  2. De stichting is gevestigd in Den Haag.
  3. De stichting is voor onbepaalde tijd opgericht op drie april negentienhonderd zevenennegentig.

Artikel 2 – Doel

  1. De stichting stelt zich ten doel om de onderlinge banden tussen de bewoners van de wijk Duinoord in Den Haag te verstevigen en daarmee maatschappelijk welzijn en integratie te bevorderen en sociaal isolement te voorkomen.
  2. De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    a.   het verwerven van financiële middelen;
    b.   het subsidiëren van activiteiten van en voor bewoners van de wijk Duinoord in Den Haag gericht op saamhorigheid, gemeenschapszin, leefbaarheid en zelfwerkzaamheid;
    c.   het ondersteunen van Stichting Bewonersoverleg Duinoord.
  3. De stichting heeft het maken van winst uitdrukkelijk niet ten doel.

Artikel 3 – Vermogen

  1. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
    a.   het stichtingskapitaal;
    b.   subsidies en donaties;
    c.   erfstellingen, legaten en schenkingen;
    d.   eventuele andere verkrijgingen en baten.
  2. Erfstellingen kunnen alleen onder voorrecht van boedelscheiding worden aanvaard.
  3. Het bestuur kan nadere eisen stellen aan het aanvaarden van legaten, schenkingen en andere verkrijgingen en baten.

Artikel 4 – Donateurs

  1. Donateurs van de stichting zijn zij die:
    a.   een jaarlijkse minimum-bijdrage geven; of
    b.   een eenmalige minimum-bijdrage hebben gegeven.
  2. Het bestuur is bevoegd om de minimum-bijdragen vast te stellen. Daarbij kan het bestuur de donateurs indelen in verschillende categorieën en de minimum-bijdragen per categorie vaststellen.
  3. De rechten en verplichtingen van een donateur kunnen op ieder moment wederzijds worden beëindigd door opzegging, met dien verstande dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
  4. Beëindiging namens de stichting geschiedt door het bestuur.
  5. Het bestuur is verplicht om de donateurs tenminste één keer per jaar te informeren over de werkzaamheden van de stichting.
  6. Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten en eventuele reglementen zijn toegekend en opgelegd.

Artikel 5 – Bestuur

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie en maximaal zeven natuurlijke personen.
  2. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de bestuursleden met inachtneming van de overige bepalingen in deze statuten.
  3. Bij de benoeming van één bestuurslid kan het bestuur van Stichting Bewonersoverleg Duinoord in Den Haag een van haar bestuursleden voordragen.
  4. Met uitzondering van het bestuurslid benoemd op voordracht van Stichting Bewonersoverleg Duinoord, worden de bestuursleden voor een periode van drie jaren benoemd door het bestuur. Zij zijn ten hoogste twee keer achtereen terstond herkiesbaar als bestuurslid.
  5. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, met dien verstande dat het bestuurslid benoemd op voordracht van Stichting Bewonersoverleg Duinoord niet tot voorzitter kan worden verkozen.
  6. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op, waarbij de voorzitter, de secretaris en de penningmeester niet tegelijkertijd aftreden. Een tussentijds benoemd bestuurslid neemt op het rooster van aftreden de plaats in van zijn voorganger.
  7. Tenminste twee derde van de bestuursleden wordt benoemd uit de bewoners van de wijk Duinoord in Den Haag.
  8. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
  9. Als in het bestuur om welke reden dan ook één of meer bestuursleden ontbreken, vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid, niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 7.
  10. De bestuursleden krijgen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

Artikel 6 – Bestuursbevoegdheid

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. De vorige zin is niet van toepassing op de genoemde handelingen ten gunste van Stichting Bewonersoverleg Duinoord.
  3. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten met een bestuurslid als gevolg waarvan dat bestuurslid:
    a.   in dienst treedt van de stichting;
    b.   in meer dan bijkomstige mate inkomsten ontvangt uit het tegen betaling verrichten van al dan niet terugkerende diensten of werkzaamheden aan de stichting.

Artikel 7 – Vertegenwoordiging

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan:
    a.   de voorzitter tezamen met een van de overige bestuursleden;
    b.   de secretaris  tezamen met de penningmeester.
  3. Het bestuur kan aan een of meer bestuursleden en aan derden volmacht verlenen om de stichting binnen de grenzen van de volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur blijft verantwoordelijk voor hen die krachtens volmacht optreden.

Artikel 8 – Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten

  1. Het bestuur regelt zijn eigen werkwijze en besluitvorming met inachtneming van het volgende:
    a.   Ten minste één keer per kalenderkwartaal wordt een bestuursvergadering bijeengeroepen;
    b.   De voorzitter en ten minste twee van de overige bestuursleden zijn gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
    c.   Het verhandelde in de vergadering wordt schriftelijk vastgelegd in een verslag dat tenminste de namen van de aanwezige bestuursleden en de genomen besluiten inclusief de stemverhoudingen bevat;
    d.   Het bestuur kan ter vergadering alleen geldige besluiten nemen als de meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is;
    e.   Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem;
    f.    Een bestuurslid kan een medebestuurslid schriftelijk machtigen om hem te vertegenwoordigen tijdens een vergadering;
    g.   Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk hun stem kenbaar te maken.
    h.   Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  2. Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  3. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Als de stemmen bij verkiezing van personen staken, wordt door loting beslist.
  4. Als bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen die het grootste aantal kregen, zo nodig na tussenstemming.
  5. Behoudens bijzondere omstandigheden wordt de bestuursvergadering gehouden in de wijk Duinoord in Den Haag.
  6. Schorsing van een bestuurslid leidt tot verlies van zijn stemrecht.
  7. In alle geschillen over bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten waarin de statuten of de reglementen als bedoeld in artikel 12 niet voorzien, beslist de voorzitter.

Artikel 9 – Schorsing bestuurslid

  1. Een bestuurslid kan door het bestuur worden geschorst.
  2. Voordat het bestuur een besluit neemt tot schorsing van een bestuurslid krijgt het betreffende bestuurslid de gelegenheid zich staande de vergadering te verdedigen.
  3. Binnen drie maanden na ingang van een schorsing besluit het bestuur tot ontslag van het geschorste bestuurslid of tot opheffing van de schorsing. Bij gebreke daarvan vervalt de schorsing.

Artikel 10 – Einde bestuurslidmaatschap

  1. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
    a.   door overlijden van een bestuurslid;
    b.   bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
    c.   door periodiek aftreden;
    d.   bij schriftelijke opzegging door het bestuurslid (bedanken);
    e.   bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
    f.    bij ontslag door het bestuur op grond van een eenstemmig besluit van alle bestuursleden, met uitzondering van het betreffende bestuurslid.
  2. Het bestuurslidmaatschap van het bestuurslid benoemd op voordracht van Stichting Bewonersoverleg Duinoord eindigt in ieder geval op het moment dat het bestuurslidmaatschap van Stichting Bewonersoverleg Duinoord eindigt.
  3. Als door een verhuizing van een of meer bestuursleden niet meer wordt voldaan aan het vereiste van artikel 5, lid 5, treden er zoveel verhuisde bestuursleden af als nodig is om na tussentijdse benoemingen te voldoen aan het genoemde vereiste.
  4. Een bestuurder die wenst af te treden stelt het bestuur hiervan schriftelijk op de hoogte. Als alle gekozen bestuurders aftreden, blijven de voorzitter, de secretaris en de penningmeester aan totdat het bestuur is aangevuld conform artikel 5.
  5. Periodiek aftredende bestuursleden defungeren op het einde van de bestuursvergadering, waarin de jaarstukken van het voorafgaande boekjaar worden vastgesteld.
  6. Voordat het bestuur een besluit neemt tot ontslag van een bestuurslid krijgt het betreffende bestuurslid de gelegenheid zich staande de vergadering te verdedigen. De gelegenheid tot verdediging vervalt als het ontslag voortvloeit uit een schorsing.
  7. Zodra het bestuurslid benoemd op voordracht van Stichting Bewonersoverleg Duinoord defungeert, verzoekt het bestuur aan het bestuur van Stichting Bewonersoverleg Duinoord een voordracht voor een opvolgend bestuurslid te doen. Als binnen twee maanden na dagtekening van het verzoek om een voordracht geen persoon is voorgedragen, is het bestuur bevoegd zelf een bestuurslid te benoemen.
  8. Als een bestuurslid benoemd op voordracht van Stichting Bewonersoverleg in het bestuur ontbreekt, verzoekt het bestuur ten tijde van een periodiek aftreden aan het bestuur van Stichting Bewonersoverleg Duinoord een voordracht voor een opvolgend bestuurslid te doen. Als binnen twee maanden na dagtekening van het verzoek om een voordracht geen persoon is voorgedragen, is het bestuur bevoegd zelf een bestuurslid te benoemen.

Artikel 11 – Boekjaar en jaarstukken

  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur stelt voor aanvang van het kalenderjaar een jaarplan en een begroting op voor het komende jaar. In voorkomende gevallen kunnen deze stukken lopende het jaar worden bijgesteld.
  3. Aan het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit wordt door de penningmeester een financieel jaarverslag opgemaakt, bestaande uit een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar. Het financieel jaarverslag wordt binnen twee maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur aangeboden.
  4. De secretaris stelt een algemeen jaarverslag op van het door de stichting gevoerde beleid in het voorgaande kalenderjaar. Het algemeen jaarverslag wordt binnen twee maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur aangeboden.
  5. Het bestuur benoemt jaarlijks uit de donateurs een commissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de door de penningmeester en secretaris aangeboden jaarverslagen en brengt aan het bestuur verslag van haar bevindingen uit en legt daarover een verklaring af.
  6. Het bestuur kan voordat tot vaststelling van de jaarverslagen wordt overgegaan, deze stukken laten onderzoeken door een door het bestuur aan te wijzen deskundige. Deze deskundige brengt over zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt daarover een verklaring af.
  7. Binnen 4 maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur het algemeen jaarverslag en het financieel jaarverslag vast.
  8. Vaststelling van het financieel jaarverslag door het bestuur strekt tot decharge van de penningmeester.
  9. Het algemeen jaarverslag en financieel jaarverslag kunnen op verzoek van de donateurs aan hen worden verstrekt.

Artikel 12 – Reglementen

  1. Het bestuur kan een reglement vaststellen, wijzigen of intrekken waarin:
    a.   het bepaalde in deze statuten waar nodig verder wordt uitgewerkt;
    b.   onderwerpen worden geregeld waarin deze statuten niet voorzien.
  2. Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of deze statuten.

Artikel 13 – Statutenwijziging

  1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
  2. De oproeping voor de bestuursvergadering maakt melding van de behandeling van de statutenwijziging. Bij de oproeping wordt ook de doorlopende tekst van de voorgestelde wijziging gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
  3. Het bestuur beraadslaagt over de wijziging van de statuten aan de hand van een schriftelijk voorstel. Het voorstel mag schriftelijk worden geamendeerd.
  4. Het bestuur sluit de beraadslagingen af met een stemming over het voorstel en de ingebrachte amendementen.
  5. Het voorstel of een amendement is aanvaard als twee derde van de bestuursleden ermee heeft ingestemd in een voltallige vergadering van het bestuur.
  6. Als het bestuur bij een stemming over een statutenwijziging niet voltallig is, moet een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen. Deze nieuwe vergadering wordt niet eerder gehouden dan twee en niet later gehouden dan vier weken na de eerste vergadering.
  7. In de nieuwe vergadering is het voorstel of een amendement ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden aanvaard als twee derde de aanwezige bestuursleden ermee heeft ingestemd.
  8. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
  9. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het Openbaar Handelsregister , gehouden door de Kamer van Koophandel, binnen het gebied van de zetel van de stichting.

Artikel 14 – Ontbinding en vereffening

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 13 van toepassing.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.  Aan haar naam wordt toegevoegd: “in liquidatie”.
  3. Als de stichting op grond van een bestuursbesluit is ontbonden, treden de bestuursleden op als vereffenaars van het vermogen van de ontbonden stichting. Op deze vereffenaars zijn de bepalingen van de wet en deze statuten over de benoeming, de schorsing en het ontslag van overeenkomstige toepassing.
  4. Een vereffenaar heeft dezelfde bevoegdheden, plichten en aansprakelijkheid als een bestuurslid, voor zover deze verenigbaar zijn met zijn taak als vereffenaar.
  5. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de stichting of van een buitenlanfdse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling als de doelstelling van de stichting heeft.
  6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaar berusten bij de persoon die de vereffenaars daartoe benoemen.

Artikel 15 – Slotbepalingen

In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

[De tekst is met zorgvuldigheid overgenomen uit de officiële akte. Bij een eventuele afwijking is de officiële akte bepalend.]